vrijdag 3 september 2010

Een verhaal

Deze blog gaat over een verhaal dat is schreef voor mijn plezier.Ik zal er regelmatig een bladzijde bij doen.
De dag dat God ons verliet


Oostende, ik was daar geboren en daar is ook alles begonnen.
Mijn zus en ik en ons moeder en onze vader, woonden op het vissersplein. Het huis was niet te groot niet te klein. Een garage was er niet . We hadden ieder een aparte slaapkamer.
We hadden ook een klein zwart pincherke, Jefke noemde hij. Meestal had hij een slecht humeur. Niemand had aan hem iets te zeggen.
Ons moeder was een sterke vrouw, ze noemde Marieken, we noemde haar ook Marieken. Ze stond grotendeels alleen in voor de opvoeding van ons twee. Vader, Cois voor de vrienden, was namelijk kapitein ter lange omvaart en was dikwijls weg voor een paar maanden.
Ik herinner me beelden van rond mijn vijf jaar toen we met zijn allen in de huiskamer zaten naar de tv te kijken. Ik en mijn zus met snoep in ons handen languit in de zetel met ons voeten op het salontafeltje en Marieken met een haring in haar pollen in hare relax. Af en toe hoorden we de hoorn van een schip als achtergrondlawaai. Zij hief haar hoofd dan eventjes op en leek te denken aan ons vader.
Vader was een rustige man en zei nooit veel. Hij had enorme handen en we waren beducht om daar een mep van te krijgen. Als hij dan thuis was zat hij het liefst van al rustig in zijn zetel met een glas whisky in zijn handen en af en toe deed hij iets in huishouden.
Mijn zus en ik kwamen redelijk overeen als we dan ruzie maakten was het kort maar krachtig .Marieken kwam dan altijd tussen en zei dat we ons moesten schamen, waardoor we altijd een schuldgevoel kregen. Maar we vergaten dat rap.
Een spelletje van ons was dat we naast mekaar rechtop stonden in de lederen zetel in de living en dat we dan op en neer sprongen en dat we dan elkaar probeerden te doen vallen. Wat dan ook dikwijls lukte , met als gevolg dat er wel altijd iemand van ons gekwetst was. Ons hoofd is meer dan eens genaaid geweest.
Melanie, zo noemde mijn zuster was een jaar ouder als ik. Soms keek ze met grote ogen naar mij, ze kende mij toen al van binnen en van buiten. Ze zei later tegen me dat ik toen al momenten had dat ik wit van woede kon worden en het zot in mijne kop kreeg.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten